Voeding voor paarden

Enkele tips in verband met de voeding van uw paard

Het natuurlijke voedsel van een paard is gras.  Wanneer het paard op stal staat, is het op ander voedsel aangewezen. Als een paard dat de winter in de wei doorbrengt, is het ook noodzakelijk dat het nog ander voedsel krijgt. Afhankelijk van de grootte, leeftijd, karakter, gebruik, of het in de stal of de wei staat, het jaargetijde en of het al dan niet geschoren is, heeft een paard andere voedselbehoeften.  

Over het algemeen gelden de volgende regels:

• Laat je paard niet langer dan acht uur zonder eten.
• Zorg dat de emmers en voederbakken schoon zijn.
• Berg voer op in een schone droge voederton. Op die manier kan je ongedierte, schimmel en bederf voorkomen.
• Bewaar voer op een droge plaats.
• Laat je paard regelmatig ontwormen en zijn tanden controleren.
• Zorg dat er altijd schoon fris water aanwezig zijn. Indien dit niet mogelijk is, moet je je paard voor het eten laten drinken. Dat is goed voor de spijsvertering.
• Voer weinig en traag. Een paard heeft immers een beperkte maaginhoud en een geleidelijke spijsvertering. Te veel of te snel eten, kan verstopping of koliek veroorzaken. 
• Voorzie in een uitgebalanceerd dieet met veel ruwvoer.
• Geef uw paard enkel hooi en granen van goede kwaliteit.
• Voeder op vaste tijdstippen. Een paard is een gewoontedier en dit zal hem zowel lichamelijk als geestelijk ten goede komen. 
• Geen plotselinge veranderingen in het rantsoen. Een paard heeft immers een zwak spijsverteringsstelsel. Plotselinge veranderingen in zijn voedingspatroon kunnen koliek, hoefbevangenheid, opgezwollen benen en andere problemen met zich meebrengen.
• Laat je paard nooit hard werken of vervoeren na een zware maaltijd. De volle maag duwt dan tegen de longen, waardoor het dier moeilijker kan ademhalen.